Vandaag geen poëzie alstublieft
Behoed mij voor de poëzie
want als ik schrijf dan val ik met
de woorden mee en
daal ik naar het scherp
van wee en moed en dan
weer leeg en zonder goed
val ik door mijn lagen
heen, tuimel ik naar dit
en dat ik eigenlijk ook
niets weet en niets begrijp
in mij stapelt woord op woord
en wee degene die mij
stoort in de cadans
van hoop doet leven
ik bind mij bij elkaar tot poëzie
een lichte zin, een heldere droom,
verklaar, markeer, benoem
terwijl ik tegelijkertijd besef
de dagen en de nachten
zo zijn ze werkelijk niet.