Kleur bekennen – Willem Haandrikman

‘ ‘t Is me wel wat’ zei de man met de twee honden die ik zo’n beetje elke week wel tegenkom. Hij bedoelde de oorlog in Oekraïne. De man is een stuk ouder dan ik en hoewel geen onplezierige prater, houden wij er totaal verschillende meningen op na. ‘Vroeger was ik nog een tijdje lid de communistische partij, maar ik kreeg al snel in de gaten dat die Russen niet te vertrouwen zijn, maar als je daar wat van zei in de vergadering, dan kreeg je de wind van voren, want de Nederlandse communisten hadden niets te maken met de Russische en dan vroeg ik mij af hoeveel soorten communisten er wel niet op de wereld zijn. Van die dingen. Dus toen ben ik boos opgestapt en dan besta je voor hen niet meer. Nou ja hen, de meesten zijn allang dood’. Hij zweeg en stak een sigaret tussen zijn lippen. Ik zei dat Poetin een schurk is en dat vond hij ook. ‘Ik wil die naam zo weinig mogelijk horen’, zei hij en klopte op zijn zakken op zoek naar een aansteker. Ik stelde voor dat elk gezinslid dat de P-naam zou noemen een euro in een pot zou moeten doen en dat geld naar verloop van tijd aan iets aardigs te besteden. Hij lachte dunnetjes. ‘Een vriend van mij uit Finsterwolde, heeft vannacht de naambordjes van de Hamer-en-Sikkelweg zwart geschilderd. Dat lijkt misschien niet meer dan een stukje vandalisme, maar onderschat het niet. Wie zei ook al weer ‘Verzet begint met kleine daden’? Ik wist het wel, maar ik reikte hem geen vuurtje. Je weet nooit wat er uit voortkomt. ‘We moeten maar afwachten wat de toekomst brengt’, zei ik gemaakt luchtig vervolgde mijn weg. Beladen naambordjes zwart schilderen…. Zou ik dat durven? Welke sancties zouden er op staan? Uitsluiting van RABO-lidmaatschap? Op de rode lijst van de Jumbo? Toegangsverbod bij zaken als Kruidvat, Primera, Bakker Bart, Hema… et cetera? Het leven zou er verdomd moeilijk door worden. Somber gestemd kwam ik thuis. En koud, alsof een Syberisch guurte bezit van me had genomen.