Argens achter een schuurtie
rookt een puber
veur het eerst een sigarette
kreg een maagie op een
zolderkamer rake klappen
argens in grote gebouwen
vergadert meinsen
over smalle beurzen
kriegt bejaorden as eerste
een middel tegen ienzaamheid
een olde hippie op het plein
röp dat Muskee nog leeft
hij leup zonet veurbij –
en bij de voedselbaank wordt
de zunne van morgen in
gelieke delen eerlijk verdeeld
(uit: Dwaalstroom)